Daphne van de Grijspaarde

30 december 2024

Feestdagen vol spanning

Feestdagen vol spanning

 

Veel mensen kijken uit naar de gezellige feestdagen zo rondom kerst en oud en nieuw, waarin samenkomen met familie en/of vrienden voor verbindende momenten zorgt. Wanneer je te maken hebt met intieme terreur/psychisch geweld, dan ligt het vaak toch wel wat anders en kunnen de feestdagen vol spanning voelen, door een verergering van het psychisch terreur wat al speelt. Spanningen spelen op en het lopen op eieren voor degenen die hier slachtoffer van zijn, neemt toe. Vanuit eigen ervaring en in mijn werk als begeleider en therapeut, weet ik dat de feestdagen vrijwel nooit fijn zijn wanneer je te maken hebt met de onzichtbare mishandeling die intieme terreur kenmerkt.


Onze kleine Elfin is nog maar vier en halve maand en heeft het schattigste kerstpakje aan wat ik mij maar kan voorstellen tijdens zijn eerste kerst. Al het geluk wat dit kleine mannetje in mijn leven brengt, houdt mij staande in de relatie met zijn vader. Thomas werkt niet, is vaak gespannen, blowt steeds meer en kan plotseling van vriendelijk naar een monster veranderen. Het is alleen maar erger geworden sinds de zwangerschap en geboorte van Elfin. Ik vind kerst hierom maar spannend omdat we veel familie af zullen gaan met onze kleine man. En ondanks dat ik zelf alles (met liefde) doe in de verzorging voor Elfin 24 uur per dag, ben ik bang dat zijn vader hier of daar zo nu met kerst en de verplichte nummers ergens zal ontploffen. Dat het teveel is voor hem want hij heeft een zeer korte spanningsboog is mij inmiddels beangstigend duidelijk. Continu loop ik, met slaaptekort van het verzorgen van een baby van vier en halve maand, op mijn tenen en ben ik op mijn hoede. De familie waar we langsgaan, heeft geen idee. Een eenzaam gegeven. De kant van het monster in Thomas zie ik alleen, tussen vier muren.
Bij vrienden en familie zet hij mij op een voetstuk, en zegt hij dingen als: ze is de mooiste moeder die er is. Met daarbij de meest liefdevolle blikken mijn kant op. Terwijl ik tussen de gangen door met van alles werd bedreigd en psychisch afgedwongen. Niet meer bepaalde blikken of gesprekken mogen hebben, steeds meer restricties. Steeds angstiger, stiller en voorzichtiger werd ik. Ondanks dat, werd het gedrag van hem alleen maar erger en zeker niet milder. Een machteloze situatie. En nu dit jaren geleden is, heb ik mogen ontdekken dat er met mij vele anderen zijn die in een soortgelijke situatie overleven.

 

Toen ik een aantal jaren terug werkzaam was als ervaringsdeskundig begeleider in het Oranje huis Moviera (vroeger het Blijf van mijn lijf-huis genoemd), ontdekte ik dat de feestdagen rondom kerst de drukste tijd is in deze opvanghuizen. Wat mij herinnerde aan mijn eigen ervaringen zoals hierboven beschreven en wat ik daardoor direct kon plaatsen.
Ontzettend veel vrouwen (en soms mannen ook) die de spanningen thuis niet meer aankunnen die nog hoger oplopen en eindelijk aan de bel durven te trekken doen in wanhoop een melding. Echter niet iedereen kan in een Oranjehuis opgenomen worden. Wanneer je niet in direct levensgevaar bent, is dat niet de plek waar je terecht kunt.  (Je zou je hier kunnen afvragen: waar dan wel? En dat is een hele goede vraag…)
Veel plegers van intieme terreur/psychisch geweld dreigen en manipuleren je tot je zo labiel bent als maar kan. Aan de bel trekken als slachtoffer voelt vaak al te onveilig, omdat er geen enkele zekerheid is dat je überhaupt serieus genomen wordt. Daarnaast kun je in dit geweldspatroon vaak je eigen vinger nog niet helemaal leggen op wat hier nou gebeurt thuis. Het ene moment lijkt de pleger zo warm en betrokken en het andere moment bedreigt diezelfde persoon waar je van houdt je met de meest bizarre dingen; zoals kinderen van je afnemen als je vertrekt.
Verwarring is een kenmerk van slachtoffers van intieme terreur wat samengaat met het mentaliserend vermogen wat omlaag gaat, omdat je continu in overlevingsstand leeft.

 

Het is hier niet mijn bedoeling om een klaagzang af te geven In plaats van een warme column over verbinding en mooie kerstgedachten te publiceren. Tegelijkertijd is het wel mijn intentie een noodkreet te uiten.

 

 

Want teveel slachtoffers die ik spreek en die in een hel leven waar ze van kwaad tot erger verder in wegzakken, worden niet erkend, niet gehoord en zelfs erger nog: vaak als de labiele ouder weggezet door hulpverleningsinstanties. Er heerst wat mij betreft teveel allergie binnen de hulpverlening op het woord narcisme.
Er wordt te snel gezegd tegen slachtoffers wanneer zij deze term eindelijk ontdekken en zich erdoor begrepen voelen: die stempel mag u helemaal niet drukken meneer of mevrouw, dat kan een psychiater alleen doen. Natuurlijk is alleen een psychiater bevoegd een diagnose te stellen. En daar wringt de schoen. Want mensen met persoonlijkheidsproblematiek zoals narcisme of psychopathie laten zich meestal niet diagnosticeren. Er is met hen tenslotte niets mis. Maar de persoon die samenleeft met een narcist kan vaak haarfijn vertellen in hoeverre de gedragingen die passen bij het psychiatrisch beeld overeenkomen met wat zij moeten verduren van hun partner. Het kan zomaar zijn dat die zogenaamd labiele ouder niet aan ouderverstoting doet, maar zijn of haar kinderen probeert te redden van het voor velen onzichtbare geweld.


Dus mijn vraag ook aan de hulpverleningsinstanties is om zich extra in te lezen op narcisme. Om er podcasts over te luisteren, met slachtoffers in gesprek te gaan en de allergie op het woord zelfs wellicht eens voorzichtig te onderzoeken. Want misschien wordt het ‘’label’’ om een reden vaak genoemd. Als ik Jan Storms mag geloven, wiens boek ik eenieder zou aanraden die met de problematiek die hierboven beschreven staat te maken heeft, dan is er bij een op de 21 mensen minimaal tot geen geweten aanwezig. Deze man heeft naast ervaring veel onderzoek gedaan. Misschien komt narcistisch misbruik en/of intieme terreur zoveel meer voor dan wij ons kunnen en willen voorstellen.


Gelukkig is er deze kerst voor de slachtoffers van narcistisch misbruik en intiem terreur mogelijk een lichtpuntje. En dat is het wetsvoorstel dat psychisch geweld zelfstandig strafbaar zal worden. Op de site van de rijksoverheid lees je het volgende en meer:

Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Ingrid Coenradie komt met een wetsvoorstel om psychisch geweld zelfstandig strafbaar te stellen. Dat heeft ze vandaag toegezegd tijdens het commissiedebat zeden en (on)veiligheid van vrouwen in de Tweede Kamer. Psychisch geweld, en dan met name dwingende controle en intieme terreur, is één van de rode vlaggen van femicide. (Bron https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2024/10/16/psychisch-geweld-wordt-strafbaar

Een op de acht dagen wordt een vrouw vermoord in Nederland, gesproken over femicide en élke dag leven onbeschrijflijk veel mensen met de labiel makende gevolgen van de heftigheid van intieme terreur.
Moge er meer bewustzijn komen zodat deze slachtoffers worden bevrijd uit de greep van de schadelijkheid hiervan.

 

Shanti Schiks werkt als lichaamsgericht trauma therapeut/ trauma-sensitief begeleider. Ook met cliënten van KiC. Daarnaast is zij ervaringsdeskundige, auteur van drie boeken en geeft zij workshops en trainingen op het gebied van zelfliefde, herstel na misbruik binnen je relatie en de kunst van het omzetten van je systeem van de stand overleven naar weer leven

Voor KiC schrijft Shanti vanuit haar eigen ervaringen op persoonlijk en professioneel vlak elke twee weken een column. 

30 december 2024

Zelfregulatie door ademhaling

Zelfregulatie door ademhaling, een weg terug naar jezelf (met en na de feestdagen)

Het is eerste kerstdag. We hebben gister kerst gevierd bij zijn moeder. Ze was weer zo lief en had heerlijk voor Thomas, mij en Elfin gekookt. Naast dat stond ze erop dat zij Elfin naar bed bracht die avond, zodat ik even een momentje had na het eten. De schat. Daar waar zij zo’n engel is, is Thomas weer ronduit onbeschoft geweest tegen zijn moeder. De laatste tijd is er steeds meer spanning bij hem en hij uit dit niet alleen naar mij maar ook tegen zijn moeder. Het wordt mij steeds duidelijker dat hij voor niemand aan de kant gaat en grenzeloos kan zijn zoals ik het nooit eerder kende bij niemand. Ik houd mijn hart vast voor de (nabije) toekomst. Meer en meer voelt het alsof ik vastzit in een gevangenis. Ik kan niet weg of ontsnappen van hem, want dan volgt misschien wel de doodstraf. Ergens wil ik daar natuurlijk niet in geloven, maar de dreigementen die hij uit in combinatie met zijn grenzeloze gedrag: maken dat ik niet meer weet waar hij toe in staat is.

 

Dit fragment is een voorbeeld uit mijn situatie en raakt een realiteit aan van veel slachtoffers van intieme terreur. Intieme terreur is een vorm van psychologisch geweld waarbij een partner langdurig de ander onderdrukt, vernedert, manipuleert en controleert. Het is niet altijd zichtbaar voor buitenstaanders, maar de traumatische impact op de geest en het lichaam van de slachtoffers is diepgaand. Het gevoel van gevangen zitten, zowel in je geest als in je lichaam, is onbeschrijfelijk. Wat in een realiteit als deze vaak gebeurt, is dat het zenuwstelsel van de slachtoffers in een constante staat van alarm staat, als gevolg van de voortdurende stress en angst. Het is alsof je lichaam nooit echt veilig is, nooit echt kan ontspannen.

 

Als je slachtoffer bent van intieme terreur, lijkt het vaak onmogelijk om het gevoel van controle terug te krijgen. Gelukkig zijn er wel wat oefeningen voor zelfregulatie: manieren om je zenuwstelsel tot rust te brengen en om het opnieuw te leren vertrouwen, zelfs als de buitenwereld onveilig aanvoelt. Juist door hiermee te oefenen, pak je een stukje van de regie over jouw leven terug. Je brengt de aandacht terug naar jezelf, daar waar het veel vaker thuishoort dan het naar alle waarschijnlijkheid is.

 

Een krachtig hulpmiddel kan hierin de ademhaling zijn: altijd binnen handbereik en iets dat we allemaal vanzelf doen. In tijden van stress en trauma raakt onze ademhaling vaak verstoord: te snel, te oppervlakkig, te hoog of ze gaat zelfs vast zitten. De kunst van ademhalen is terugvinden wat je op een dieper niveau doet: je lichaam tot rust brengen en je zenuwstelsel resetten.

 

Onderstaand deel ik twee oefeningen die je kunt proberen om je zenuwstelsel te kalmeren.

 

  1. Buikademhaling

Bij buikademhaling adem je dieper in je buik in plaats van in je borst, waardoor je het lichaam helpt om zich meer te ontspannen en in een kalmere staat te komen. Het is een simpele manier om jezelf te her-aarden wanneer je in een staat van spanning verkeert.

  • Ga liggen of zit rechtop met je handen op je buik.
  • Adem langzaam in door je neus, voel hoe je buik omhoog komt.
  • Adem langzaam uit door je mond en voel hoe je buik weer naar beneden gaat.
  • Herhaal dit gedurende 5 minuten.
  • Je zou het ook van je buik naar je bekken kunnen brengen. Dit is een verdieping op het bovenstaande.

 

Het bewust voelen van je buik die uitzet en samentrekt helpt je om je aandacht naar je lichaam te brengen en je uit je gedachten te halen. Het herinnert je eraan dat je meer bent dan alleen je gedachten, dat je lichaam kan reageren op kalmerende signalen.

 

  1. De ‘5-5-5’ ademhaling

Deze oefening is makkelijk toe te passen en helpt om je terug te brengen naar het moment. Het kan vooral nuttig zijn als je merkt dat je lichaam gespannen aanvoelt of dat je in een situatie bent waar je niet kunt ontsnappen aan de stress.

  • Zit comfortabel of sta rechtop.
  • Adem in door je neus voor 5 seconden.
  • Houd je adem in voor 5 seconden.
  • Adem uit door je mond voor 5 seconden.
  • Herhaal deze cyclus 5 keer.

 

Het doel van deze oefening is niet alleen om je ademhaling te reguleren, maar ook om je aandacht naar het huidige moment te brengen. De eenvoudigheid ervan helpt je om je angst te verlichten en opnieuw een gevoel van controle te ervaren. Het brengt je daarnaast weer terug naar jezelf. De aandacht die bij stress vaak extern (buiten jezelf) is gericht, breng je met deze oefeningen weer terug naar jouzelf.

 

Adem de angst uit en de aandacht terug naar jou in.

 

Wanneer je leeft in een situatie van extreme stress en/of intieme terreur, is het belangrijk om te begrijpen dat je niet machteloos bent. De ademhaling biedt een toegangspoort naar een andere manier van zijn, een manier die niet gebonden is aan de chaos van de buitenwereld. Het gaat er niet om dat de angst verdwijnt — maar je kunt leren er niet door beheerst te worden. De ademhaling biedt een moment van ruimte, van keuze, van herinnering: dat je kunt ademen, zelfs als je niet kunt ontsnappen aan de situatie.

 

Je hoeft niet te wachten tot alles ‘opgelost’ is om te beginnen met herstellen. Je kunt vandaag al een stap zetten door simpelweg te ademen. En daarmee neem je niet de ellende weg, je brengt jezelf wel weer een stukje thuis middenin de ellende.

In mijn boek: Leven na narcistisch misbruik wordt door een geïnterviewde expert geadviseerd een lange adem te hebben in het proces van scheiding met een pleger van intieme terreur. En of dat nodig blijkt. Dus ook om die reden is het van belang de aandacht keer op keer weer terug naar jezelf te brengen. Zelfzorg is essentieel en ademhaling kan hierin een mooie en toegankelijke tool zijn.

 

Shanti Schiks werkt als lichaamsgericht trauma therapeut/ trauma-sensitief begeleider. Ook met cliënten van KiC. Daarnaast is zij ervaringsdeskundige, auteur van drie boeken en geeft zij workshops en trainingen op het gebied van zelfliefde, herstel na misbruik binnen je relatie en de kunst van het omzetten van je systeem van de stand overleven naar weer leven

Voor KiC schrijft Shanti vanuit haar eigen ervaringen op persoonlijk en professioneel vlak elke twee weken een column. 

 

27 november 2024

Shanti Schrijft

Internationale dag tegen geweld tegen vrouwen.

 

Oh oh, wat loopt Nederland toch ongelooflijk achter in het herkennen en erkennen van geweld tegen vrouwen…En ook tegen mannen, overigens. Ik heb het niet over fysiek geweld in eerste plaats. Maar wel over psychisch geweld. Uit onderzoek en overigens ook uit eigen ervaring blijkt dat dit zeer en misschien wel meest traumatiserend werkt. Dit psychische geweld is, ja; je leest het goed, niet strafbaar in Nederland.

 

Er is vaak geen bewijs van alle dreigementen en kleineringen die je op den duur met de grond gelijk maken. De woorden die tussen neus en lippen door soms even tegen je geuit worden en die grote indruk op je maken. De ogen die ineens totaal veranderen in die van een monster en de woorden die snel van liefkozend naar levensbedreigend gaan. Ik schijf deze column deels vanuit mijn rol als therapeut en deels vanuit eigen ervaring met intieme terreur: een officiële en passende naam voor de dwingende, controlerende psychische geweldsgedragingen waar ik slachtoffer van ben geworden. En met mij, helaas vele anderen nog elke dag.

 

Mijn ex heeft in onze relatie eens bleekmiddel over al mijn kleren gegooid. Letterlijk al mijn kleren waren met het chemische goedje overgoten. Waarom? Omdat ik niet thuiskwam toen hij mij dat vroeg. Ik durfde, na langere tijd, eens ‘nee’ te zeggen tegen wat hij mij opdroeg. Want waar de relatie begon als een sprookje, was het inmiddels meer een nachtmerrie en durfde ik niet meer tegen hem in te gaan. Dat ik dit nu wel deed, was dan ook een hele stap.
En zou ik daar dan vervolgens aangifte van kunnen doen? Mijn kleren vernield door mijn boze vriend? En als ik dat zou doen, wat zou zijn straf dan zijn? Misschien geen, maar slechts een waarschuwing? Mijn straf daarentegen zou vele malen ernstiger zijn. Hij zou me bedreigen en nog meer nare acties tegen me ondernemen. Hij zou me uitschelden en misschien ook fysiek geweld gebruiken.

 

De angst die dit soort gedragingen mij gaven werkten dan ook vooral verlammend. Mijn mentalliserend vermogen werd nihil. Iets wat volgens Ilona Brekelmans, die ik interviewde voor mijn laatste boek, veel voorkomt in een dergelijke relatie. Toch woog ik onbewust de dreiging af: wat zou er gebeuren, als ik bij hem weg zou gaan? Want hij had op dat punt, toen wij onze kleine baby samen hadden, al meermaals gedreigd met de dood als ik zou vertrekken. Wiens dood? Die van mij, ons kind. Ik had zijn gestoordheid dus zeker gezien, maar ik kon niet echt ergens terecht waar hij mij niet zou vinden. Ook in een Blijf van m’n lijf huis niet, want in dit geval was hij aan mijn kleding gekomen en niet “aan mij”. Ik was niet het ziekenhuis in geslagen. En alleen als er daadwerkelijke fysieke dooddreiging is, kun je daar terecht.

 

Dus, mocht je blauwe plekken kunnen aantonen, dan is dat een ingang om aangifte te doen. Als iemand jou achter je rug om in de schulden werkt, je opstookt tegen je hele sociale omgeving en je dagelijks kleineert en bestookt met doodsangsten.. Dan is dat toch nog altijd minder erg dan blauwe plekken. Is dat nu wel echt zo?

 

Nee, heel veel fysiek geweld was in de relatie tussen mij en mijn ex niet aanwezig. Sporadisch wat blauwe plekken, dat wel. Maar dat beangstigde mij minder dan de dingen die hij zei.

Het psychische geweld, dát maakte dat ik niet weg durfde. Dat hij zei “Oh ja, wil je weg? Dan zien we nog wel wat er gebeurt“, maakte dat ik bleef.

 

Toen ik wél wegging, vermoordde hij twee maanden later inderdaad ons kind en zijn eigen moeder. Zoals hij al dreigde te doen. Ik overleefde dit. Ondanks zijn poging ook mij mee te sleuren in de dood.  

 

Ja, ik overleefde en voelde meteen diezelfde dag dat ik erover zou schrijven, omdat ik bij lange na niet de enige ben in een dergelijke psychische gevangenis waaruit niemand je bevrijdt. En het wordt nu de hoogste tijd, dat mensen wél uit deze gevangenis worden bevrijd.

Mijn verhaal is niet het enige…

Een op de acht dagen wordt een vrouw vermoord in Nederland. Ik ben niet één van die vrouwen, maar mijn zoontje en zijn oma tellen voor drie. Want iets in mij is die dag ook gestorven. En misschien is dat ook wel een stukje gestorven vertrouwen in hulpverleningsland. Want we hadden al zoveel meldingen gemaakt, zelfs zijn eigen moeder zag dat hij hulp nodig had. Maar in Nederland is dit bijzonder slecht geregeld, kan ik je vertellen als ervaringsdeskundig therapeut. Want het moet eerst dus fysiek echt misgaan, voordat er wordt ingegrepen.

 

Fysiek geweld is vreselijk, wil ik hier benadrukken. Het gaat mij erom dat psychisch geweld als minstens zo bedreigend en gevaarlijk bestempeld gaat worden.

 

Hoe vaak wordt nog steeds gezegd door buitenstaanders: ‘als het je niet bevalt, dan ga je toch bij iemand weg?’ Het voelt in veel gevallen bij ernstig psychisch geweld niet alsof die optie er is. Het voelt als ontsnappen. En zoals Jane Monckton Smith dat scherp formuleert in een van de meest krachtige artikelen die ik over Femicide heb gelezen: ‘Als de vrouw daadwerkelijk vertrekt, denken veel mensen: nu komt het vast goed. Dat is niet zo. Juist in deze fase loopt het slachtoffer gevaar. De dader kan haar bijvoorbeeld gaan stalken.

Deze fase heeft in mijn geval twee maanden geduurd. In veel gevallen duurt deze fase eindeloos en volgen er nare rechtszaken vanuit de ongezonde ouder die kinderen enkel beschouwt als machtsmiddel. De omgeving bestempelt dit vaak als vechtscheiding waarin dan wordt beweerd: waar twee vechten hebben twee schuld. Soms is dat misschien zo.

Echter, als een psychisch zieke ex jou continu stalkt, bedreigd, in de schulden werkt en/of saboteert op alle mogelijke manieren en daarnaast ook nog eens ongezond gedrag vertoont naar jullie kinderen.. Dan ga je op den duur wel in de verdediging. Dat lijkt mij een zeer gezonde reactie.

Ik zie in de praktijk als therapeut en begeleider nog veel gevallen van soortgelijke schrijnende situaties. Het breekt mijn hart een klein stukje meer, keer op keer.

Het is de hoogste tijd dat psychisch geweld herkend, erkend en strafbaar wordt.

 

 

 

KiC presenteert: Shanti Schiks.

Shanti werkt als lichaamsgericht trauma therapeut/ trauma-sensitief begeleider. Ook met cliënten van KiC. Daarnaast is zij ervaringsdeskundige, auteur van drie boeken en geeft zij workshops en trainingen op het gebied van zelfliefde, herstel na misbruik binnen je relatie en de kunst van het omzetten van je systeem van de stand overleven naar weer leven

Voor KiC schrijft Shanti vanuit haar eigen ervaringen op persoonlijk en professioneel vlak elke twee weken een column. 

 

 

 

 

 

8 oktober 2024

Het exen-dilemma

Over onbedoelde schade na scheiding

Door Liesbeth Groenhuijsen, klinisch pedagoog. 


Als we praten over echtscheiding gaat het vaak over boze en tekortgedane ouders, te verdelen uren, strijd en procedures. Hierdoor doen we onbedoeld veel ouders en kinderen tekort.

Politici en professionals doen voorstellen en ontwikkelen goede initiatieven. Er zijn echter
nog onvoldoende échte verbeteringen. Juist pedagogen zouden voor een positieve wending kunnen zorgen door de belangen van kinderen te expliciteren en er handen en voeten aan te geven. Liesbeth Groenhuijsen maakt in dit artikel een inventarisatie en zoekt een richting. Ze introduceert de term ‘het exen-dilemma’.


Ondanks de inzet van velen blijven nog veel kinderen na scheiding geconfronteerd met
langdurige conflicten. Het aantal vechtscheidingen is sinds invoering van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding (2009) toch weer toegenomen, met alle schade van dien voor kinderen (Valk et al., 2014). Het kind heeft maar één kindertijd, waar het zijn leven lang op terug zal kijken. Een langdurig conflict maakt die herinneringen beladen en verdrietig. Ik hoor van sommige kinderen dat ze geen enkele herinnering hebben aan de tijd voorafgaand aan de scheiding; nergens harmonie en samen blij zijn dat je er bent. ‘Ontwortelend’ is het woord dat dan bij mij opkomt.
Uit onderzoek blijkt keer op keer dat een sfeer van conflict tussen de ouders dé schadebron is voor kinderen. Ingewikkeld: juist omdat kinderen de oogappels zijn van hun ouders gaat de strijd vooral over hen. Zij zijn de twistappel geworden. De kindertijd is ineens niet meer de tijd van het kind maar die van de ouders: ‘mijn tijd versus jouw tijd’.

 

Recht op de helft
De Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding (2009) spreekt van
‘gelijkwaardige opvoeding en verzorging’. In de praktijk interpreteren velen dit als een (bijna) fiftyfifty-verdeling. Voor een ouder die het verdriet van minder tijd met het kind zwaar vindt, is het een troost om te denken dat er een recht is op de helft. Het staat er echter niet, en het bestaat dus ook niet. Maar ook veel professionals gaan opvallend gemakkelijk akkoord met ‘de helft of ongeveer de helft’ als het hoogste doel van hun bemoeienis. Dit is opvallend; bij de strijd om de helft voor ouders wordt het belang van het kind vaak vergeten. Vanuit dit eenheidsdenken zien ouders vaak ‘minder dan de helft’ als een bekentenis de minder goede ouder te zijn. Dat is onverdraaglijk, dus gaat een ouder die dit overkomt in de strijdmodus. Behalve de tijd met het kind staat nu immers ook het zelfbeeld als ouder op de tocht. Dit effect van de wetstekst is onbedoeld, maar daarmee niet minder zwaarwegend voor ouders.


De onderbouwing van de verdelingsgedachte
In de geschiedenis van de pedagogiek is nog nooit de vraag opgeworpen of het voor kinderen niet het beste zou zijn om gelijk verdeeld in twee huizen op te groeien met verschillende opvoeders. Integendeel. De keuze is gemaakt zonder fundament vanuit de wetenschap en zonder een pedagogisch afwegingskader voor het individuele geval. Het ‘gelijkwaardige’ wordt in de praktijk (vrijwel) uitsluitend gedefinieerd in termen van kwantiteit, van dagen en nachtjes en van uren.
Vanuit dit oogpunt is het toch vreemd dat dit ‘allerbeste’ alleen geldt voor kinderen na een
scheiding. Bij kinderen van niet-gescheiden ouders bemoeit niemand zich er van staatswege mee of beide ouders wel gelijkwaardig zorgen. Maar na scheiding is dat plotseling zaligmakend. Het centrale belang voor kinderen kan niet gedefinieerd worden in termen van kwantitatieve gelijkheid tussen de ouders; het centrale belang voor kinderen is dat ze zich optimaal moeten kunnen ontwikkelen. Ouders hebben de plicht zich daarvoor ten volle in te zetten. Het is opvallend dat er niet of nauwelijks wordt geprobeerd om het begrip ‘gelijkwaardigheid’ van een kindwaardige invulling te voorzien.
Te denken valt aan: kinderen hebben belang bij een situatie waarin ze zich optimaal kunnen ontwikkelen, waarin ze van beide ouders mogen houden, van beiden mogen leren en op beiden mogen lijken; beide ouders moeten op basis van hun verplichtingen jegens hun kind hun beste kanten ter beschikking kunnen stellen aan de ontwikkeling van hun kind. Als ouders daarin slagen en hun strijdbijl begraven, kan het verlies van de scheiding beperkt en uiteindelijk verwerkt worden.
In tegenstelling tot wat veelal gedacht wordt, is ouderlijk gezag basaal niet een geheel van
rechten, maar gaat het primair over plichten die ouders op zich nemen. Om die plichten te
kunnen vervullen hebben ouders rechten. Denk aan het recht om een school te mogen kiezen, voortkomend uit de plicht om het kind naar school te sturen.

 

Het exen-dilemma
Door onze aannames komen veel ouders terecht in wat ik ‘het exen-dilemma’ ben gaan
noemen. Allereerst is het de basale plicht van ouders om alles te doen om de ontwikkeling te bevorderen, waarbij het beschermen tegen onveiligheid basaal is. Bijna alle ouders zijn er diep van doordrongen dat dit hun taak is. Daar is in de meeste gevallen geen wet voor nodig; de natuur heeft ouders tot verzorgers gemaakt. Maar wat als een ouder na scheiding ziet dat het kind de zorgverdeling niet aankan: het komt na een wissel steeds ontregeld, angstig en met slaapproblemen terug. Als een ouder ter wille van het kind iets wil veranderen, komt hij of zij in de zone van het exen-dilemma:
Als ik de plicht om mijn kind te beschermen vervul, word ik ervan beschuldigd dat ik niet het belang van het kind voor ogen heb omdat ik het kind (tijdelijk) niet of minder naar de andere ouder laat gaan. Maar als ik de plicht vervul om het kind naar de andere ouder te laten gaan, maak ik me schuldig aan verwaarlozing omdat ik wist dat het kind het niet aankan en zijn ontwikkeling in het geding is of omdat ik (aantoonbaar) aanwijzingen heb dat de andere ouder niet over alle kwaliteiten beschikt die momenteel nodig zijn voor dit kind. Dit is nog meer aan de orde als een ouder aanwijzingen heeft dat de andere ouder (door persoonlijke eigenschappen, stress, verslaving, onhandigheid, onvoldoende tijd, weinig responsiviteit, geen adequate woning enzovoort) niet zorgt voor de basale opgroeicondities voor het kind.
Hulpverleners en rechters zijn niet zelden beschuldigend naar een ouder die niet aan de
fiftyfifty-eis wil voldoen, ook al is dat gebaseerd op signalen van het kind of
aanwijzingen/bewijzen met betrekking tot de andere ouder als opvoeder. Zijn of haar zorgen worden weggewuifd en overruled en vaak zonder verdere reflectie of bewijs geduid als rancune en een vorm van oudervervreemding. De ouder slikt deze zorgen soms in om te voorkomen als ouder volledig buitenspel gezet te worden. De bescherming van het kind kan in het geding komen. Waar kinderen in niet-scheidingssituaties eventueel door een maatregel beschermd worden als er signalen zijn van ontwikkelingsbedreiging, zijn in zekere zin de kinderen na scheiding minder beschermd omdat het uiten van zorgen gevaarlijk kan zijn voor ouders en omstanders. Het lijkt er soms op dat kinderen na een scheiding al hun rechten verliezen ten gunste van dat ene recht, namelijk de kwantitatief gelijkwaardige verzorging.

 

Overwegingen en conclusie

Als beroepsgroep kunnen wij hier een bijdrage leveren door het ontwikkelen van
onderbouwde inhoudelijke argumenten en criteria die voor ouders en professionals een
houvast bieden. Ik noem er een aantal:
• Het kind heeft niet een relatie met zijn ouders nodig, maar een goede
ontwikkelingsbevorderende relatie. Niet iedere vorm is goed voor elk kind.
• De vanzelfsprekendheid waarmee een ouder die zorgen uit over de andere ouder
wordt omschreven als uitsluitend door rancune gedreven, is een gevaarlijke
aanname; een hanteerbaar kindgericht denkkader is nodig.
• De ontwikkeling van het kind alsook zijn opvoedingsvraag en de kwaliteit van de
opvoeding moeten een vaste plek krijgen in de afwegingen rondom zorgverdeling,
en moeten serieus genomen worden naast de informatie van de ouders.
Om een en ander echt scherp te stellen: in strafzaken wordt door rechters ieder
snippertje bewijs zorgvuldig gewogen. In echtscheidingszaken worden zorgen of
beschuldigingen veelal anders afgehandeld: eerst is er de verdenking van kwade
trouw jegens de ouder die zich uitspreekt. Dan is er de opmerking: ‘U kunt het niet
bewijzen.’ Als een ouder dan, ten einde raad, zijn of haar toevlucht neemt tot het
maken van beeld- of geluidsopnames, worden die niet zelden als ongewenst
terzijde geschoven: aan waarheidsvinding doen we hier niet. De ouder ziet zich
nog eens in versterkte mate weggezet als verdachte van oudervervreemding. Een
uitweg is er niet meer.
• De mogelijkheid om een pedagoog of psycholoog in te schakelen om de
kindfactoren in beeld te krijgen, stuit in complexe scheidingen niet zelden op het
veto van een ouder die daar een eigen belang bij denkt te hebben. We zouden de
mogelijkheid kunnen bekijken om het een zelfstandig recht van het kind te maken
om werkelijk gehoord en verstaan te worden.
Bij dit alles komt nog dat kwaadwillende exen binnen de huidige regelgeving de mogelijkheid
behouden op een constante wurggreep op het leven van de andere ouder en de kinderen, door te blijven stoken en procederen, iedere noodzakelijke beslissing over de kinderen te
torpederen, niet te overleggen en de schuld bij de ander neer te leggen. Ik vraag me af of de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens een handvat kan bieden om ergens een grens te trekken.
Tot slot: het probleem is groot en complex. De stem van ons vak is dringend gewenst. Een
lastige maar zeer nodige taak. Wie denkt er mee?


Dit artikel verscheen op 13 december 2019 in Pedagogiek in Praktijk 112 en op www.pedagogischadvies.eu

 

Blijf op de hoogte van onze ontwikkelingen

Schrijf je in voor de nieuwsbrief van Stichting Kind in Crisis en ontvang updates over onze initiatieven, steunmogelijkheden en hoe jij kunt bijdragen aan een veiligere toekomst voor kinderen.

Logo

Kerkstraat 3 | 1404 HE Bussum

Tel 085 112 0215

info@kindincrisis.nl

ANBI Logo

Stichting Kind in Crisis is aangemerkt als een algemeen nut beogende instelling (ANBI).

Kind in Crisis / KiC Foundation. Alle rechten voorbehouden 2024