Je kunt niet weg bij je partner als je te maken hebt met intieme terreur. Althans, weggaan brengt vaak hoe dan ook gevaar met zich mee. Want kenmerkend bij Intieme Terreur, is de dreiging. Dreiging over de kinderen van je afnemen, omstandigheden verzuren en ook vaak fysieke dreiging. Of zelfs dreigen met moord, wat relatief vaak voorkomt binnen deze dynamiek.
Vaak spreken slachtoffers uit dat ze pas ná de relatie waarin intieme terreur kenmerkend is geweest, inzien dat het intieme terreur is. Mensen kunnen zich goed aanpassen, ook onbewust. Als je voelt dat je ergens gegijzeld bent of gevangen, en je kunt je vinger er niet op leggen hoe dit precies zit, dan ga je onbewust handelen op een manier waarop je kunt overleven. Daarbij speelt het stockholmsyndroom ook geregeld op. Dit syndroom verwijst naar een psychologisch fenomeen waarbij slachtoffers van ontvoering of langdurige onderdrukking positieve gevoelens ontwikkelen ten opzichte van hun ontvoerders of mishandelaars. Dit kan zich uiten in empathie, loyaal gedrag, en zelfs het verdedigen van de dader. Het syndroom kreeg zijn naam na een bankoverval in Stockholm in 1973, waarbij gijzelaars na hun bevrijding sympathie vertoonden voor hun ontvoerders.
‘’Is ze niet prachtig’’.. Zei hij met een verliefde blik tegen zijn moeder toen hij mij aan haar voorstelde. Ik werd er verlegen en ongemakkelijk van, kan ik mij nog goed herinneren. De mooiste woorden sprak hij over mij uit, vooral in de eerste maanden van onze relatie. Met hem was de relatie intens, veel en ging alles meteen heel snel. We woonden binnen een paar maanden samen en meer. De meer onzekere jonge vrouw die ik toen was, vond het naast soms wat ongemakkelijk ook stiekem prettig dat een man eindelijk duidelijk liet zien waar hij met mij en met ons stond.
Niet wachten in een pril begin van een relatie op berichtjes en onzeker zijn over ‘wat dit nu is’. Het deed mij ergens ook goed om te geloven in het sprookje wat hij schetste over ons in zijn woorden en gedrag. Maar wat als een sprookjesachtige droom begonnen was, werd toch steeds meer een nachtmerrie.
Ik ben van mening dat er veel, onbeschrijflijk veel, op dit gebied moet gebeuren in Nederland. Qua herkenning in hulpverleningsland en ook qua wetgeving, strafbaarheid en straffen, en invulling van het ouderschap. Er wordt nog steeds te vaak gepleit voor zeggenschap bij en omgang met beide ouders. Ook als één van de ouders, helaas voor velen onzichtbaar, psychisch niet in staat is de verantwoordelijkheden te dragen die horen bij ouderschap.
Omdat ik niet zo één, twee, drie kan veranderen hoe schrijnend het er vaak aan toe gaat in Nederland, richt ik mij met name op wat ik wèl kan. Zoals Anne Frank schreef: ik denk niet aan alle ellende, maar aan al het moois dat er nog is. Het focussen op wat er nog wel is in zowel de innerlijke als externe wereld kan goed helpen om terreur aan te kunnen en er niet aan onderdoor te gaan.
Als je bijvoorbeeld een lijstje bijhoudt, van wat goed is gegaan vandaag. Waar je trots op bent en waar je dankbaar voor bent: dan breng je jezelf weer terug naar je hart. En ik geloof dat het nodig is om onszelf te reguleren en terug te komen in ons hart en gezonde denken, om de juiste keuzes te maken. Dus het terugpakken van de controle doe je eigenlijk door weer naar jezelf terug af te reizen. En daarvoor zijn talloze mogelijkheden.
Het begin hiervan is te vinden in zelfcompassie: jezelf de lieve woorden en erkenning geven, die je zo ontzettend nodig hebt na en tijdens terreur. Er is één iemand met wie je de rest van je leven door een deur moet kunnen gaan, en dat ben jij zelf. Dat zal aangenamer zijn vanuit zachtheid naar onszelf toe. Hoe? Het kan zijn door een knuffel aan jezelf te geven, soms in gedachte daarbij iets liefs denken. Ook kun je zacht voor jezelf zijn door jezelf een dag te gunnen, waarop het jij en een deken op de bank is. Niets meer en niets minder. Jezelf niet veroordelen is ook belangrijk. Hoe zou je een beste vriend of vriendin aanschouwen die had meegemaakt wat jij mee hebt gemaakt en meemaakt? Stel jezelf eens wat liefdevol onderzoekende vragen om je op gang te helpen als je nog nooit hebt geoefend met zelfcompassie. Het begin kan lastig zijn maar het is het waard. Die vragen kunnen de volgende zijn:
Wat heb ik nu nodig? Hoe kan ik er voor mijzelf zijn op dit moment? Of Wat verlang ik van een ander wat ik misschien mijzelf kan geven?
Als je zeer empathisch bent aangelegd kan het een hele reis zijn om naar jouw eigen verlangens en gevoelens te leren luisteren. Echter; als je in roerige tijden voor jezelf weet te zorgen, kun je er uiteindelijk ook beter voor de mensen om je heen zijn. Hoe cliché het ook mag klinken. Zelfcompassie is echt nodig om te helen en om na schade en schande stap voor stap weer een mooi en liefdevol (innerlijk) leven op te bouwen.
Zelfcompassie is het prikje wat je jezelf kunt geven om stukje bij beetje te ontwaken uit de nachtmerrie. Om stukje bij beetje weer terug te keren naar een droomleven wat nu niet de prins op het witte paard, maar jij jezelf stap voor stap kunt geven.
Shanti Schiks werkt als lichaamsgericht trauma therapeut/ trauma-sensitief begeleider. Ook met cliënten van KiC. Daarnaast is zij ervaringsdeskundige, auteur van drie boeken en geeft zij workshops en trainingen op het gebied van zelfliefde, herstel na misbruik binnen je relatie en de kunst van het omzetten van je systeem van de stand overleven naar weer leven.
Voor KiC schrijft Shanti vanuit haar eigen ervaringen op persoonlijk en professioneel vlak elke twee weken een column.