Geld. Het is vaak een van de grootste zorgen als je met kinderen rondkomt, zeker in tijden van crisis of na een scheiding. Gelukkig heeft de Nederlandse overheid het kindgebonden budget – een maandelijkse uitkering die veel gezinnen helpt om de kosten van kinderen op te vangen.
Maar eerlijk is eerlijk: de regelgeving kan behoorlijk ingewikkeld zijn. Hoeveel krijg je nou precies? Hoe vraag je het aan? En wat verandert er allemaal als je gescheiden bent? In mijn ervaring lopen veel ouders tegen deze vragen aan, vooral in moeilijke periodes.
Daarom leg ik in dit artikel helder uit hoe het kindgebonden budget werkt. Van de basis tot alle praktische details die je nodig hebt. Want als je recht hebt op deze steun, is het belangrijk dat je ook weet hoe je eraan komt.
Het kindgebonden budget is een maandelijkse uitkering van de Belastingdienst voor ouders met kinderen tot 18 jaar. Het is bedoeld om de kosten van kinderen te helpen dekken – denk aan kleding, schoolspullen, sport, hobby’s. Eigenlijk alles wat erbij komt kijken als je kinderen grootbrengt.
Wat is kindgebonden budget precies dan? Het is een inkomensafhankelijke toeslag. Dat betekent dat de hoogte afhangt van je inkomen en gezinssituatie. Hoe minder je verdient, hoe meer je krijgt. En het maakt ook uit of je alleenstaand bent of samenwoont.
Het mooie is dat je er geen belasting over betaalt. Het bedrag dat je krijgt, is netto. En je hoeft er ook geen eigen bijdrage voor te betalen, zoals bij sommige andere toeslagen wel het geval is.
De uitkering krijg je automatisch – tenminste, als je al bekend bent bij de Belastingdienst voor andere toeslagen. Anders moet je het wel aanvragen. Maar daarover straks meer.
Voor kindgebonden budget 2025 zijn er een paar belangrijke wijzigingen ten opzichte van voorgaande jaren. De bedragen zijn aangepast aan de inflatie, wat betekent dat veel gezinnen iets meer krijgen dan in 2024.
Het maximumbedrag per kind is in 2025 verhoogd naar €337 per kwartaal voor kinderen van 0 tot 6 jaar, en €408 per kwartaal voor kinderen van 6 tot 18 jaar. Dat komt neer op ongeveer €112 tot €136 per maand per kind, afhankelijk van de leeftijd.
Maar let op: dit zijn de maximumbedragen. Hoeveel je daadwerkelijk krijgt hangt af van je inkomen. Bij een hoger inkomen krijg je minder, tot je uiteindelijk helemaal niets meer krijgt. Die grens ligt voor 2025 rond de €65.000 voor alleenstaanden en €90.000 voor samenwonenden.
Ook nieuw in 2025: de regelgeving rondom co-ouderschap is verduidelijkt. Als je kinderen om en om bij beide ouders wonen, wordt er nu beter gekeken naar de daadwerkelijke zorgsituatie in plaats van alleen naar wie officieel het hoofdverblijf heeft.
Hoe kun je nou uitrekenen hoeveel je krijgt? Kindgebonden budget berekenen is gelukkig niet al te ingewikkeld als je de basisprincipes snapt.
De Belastingdienst kijkt naar drie dingen: je inkomen van twee jaar geleden, je gezinssituatie nu, en de leeftijd van je kinderen. Waarom twee jaar geleden? Omdat je belastingaangifte van dat jaar definitief is – daar kunnen ze mee rekenen.
Stel: je hebt in 2023 €35.000 verdiend en je bent alleenstaand met twee kinderen van 4 en 8 jaar. Dan krijg je waarschijnlijk het maximumbedrag voor beide kinderen. Maar verdiende je €50.000? Dan wordt het bedrag langzaam afgebouwd.
De precieze berekening is best complex, met allerlei aftrekposten en correcties. Gelukkig heeft de Belastingdienst een handige rekentool op hun website. Daar vul je je gegevens in en krijg je een indicatie van je recht op kindgebonden budget.
Een belangrijke tip: heb je vorig jaar veel minder verdiend door bijvoorbeeld werkloosheid of ziekte? Dan kun je vragen om een voorlopige berekening op basis van je huidige inkomen. Dat kan flink schelen.
Kindgebonden budget aanvragen hoeft niet altijd. Als je al andere toeslagen krijgt, zoals zorgtoeslag of huurtoeslag, krijg je het kindgebonden budget vaak automatisch. De Belastingdienst weet dan al van je bestaan en regelt het voor je.
Maar in sommige gevallen moet je het wel zelf aanvragen. Bijvoorbeeld als je net een kind hebt gekregen en nog geen toeslagen krijgt. Of als je vanuit het buitenland naar Nederland verhuist. Of als je inkomen zo hoog was dat je eerst geen recht had, maar nu wel.
Aanvragen doe je online via MijnToeslagen op de website van de Belastingdienst. Je hebt je DigiD nodig en wat basisgegevens over je gezinssituatie en inkomen. Het proces zelf duurt maar een paar minuten.
Let wel op: de Belastingdienst kan maximaal drie maanden terugbetalen. Ben je dus later met aanvragen? Dan mis je mogelijk geld. Daarom is het slim om het zo snel mogelijk te regelen als je situatie verandert.
Na je aanvraag krijg je binnen acht weken een beschikking. Daarin staat precies hoeveel je krijgt en vanaf wanneer. Het geld wordt dan elke maand automatisch overgemaakt, meestal rond de 20ste.
De vraag die iedereen stelt: hoeveel kindgebonden budget per kind krijg je nou eigenlijk? Dat hangt dus af van je inkomen en de leeftijd van je kinderen.
Voor kinderen tot 6 jaar is het maximumbedrag €337 per kwartaal. Dat is €1.348 per jaar, oftewel zo’n €112 per maand. Voor kinderen van 6 tot 18 jaar ligt het hoger: €408 per kwartaal, wat neerkomt op €1.632 per jaar of €136 per maand.
Waarom dat verschil? Oudere kinderen kosten gewoon meer. Denk aan schoolgeld, duurdere kleding, misschien een fiets, meer eten. De overheid erkent dat en geeft daarom meer budget.
Maar nogmaals: dit zijn de maximumbedragen. Bij een modaal inkomen krijg je vaak minder. En boven een bepaald inkomen krijg je helemaal niets. Voor 2025 ligt die grens rond de €65.000 voor alleenstaanden.
Een praktijkvoorbeeld: Marieke is gescheiden en heeft twee kinderen van 7 en 10 jaar. Haar inkomen was €40.000 in 2023. Zij krijgt voor beide kinderen bijna het volledige bedrag: samen zo’n €250 per maand. Dat helpt flink met de vaste lasten.
Het leven is niet altijd standaard, en dat geldt ook voor het kindgebonden budget. Er zijn allerlei bijzondere situaties waar andere regels gelden.
Co-ouderschap is zo’n situatie. Officieel krijgt alleen de ouder bij wie het kind ingeschreven staat het kindgebonden budget. Maar als kinderen echt fifty-fifty bij beide ouders wonen, kun je soms afspreken om het bedrag te delen. Dit moet je wel goed vastleggen en communiceren met de Belastingdienst.
Pleegkinderen tellen ook mee voor het kindgebonden budget, mits ze bij je ingeschreven staan. Hetzelfde geldt voor stiefkinderen die officieel bij je wonen. De biologische band maakt niet uit – het gaat om wie de zorg heeft.
Dan zijn er nog studerende kinderen. Tot 18 jaar krijg je gewoon kindgebonden budget, ook als ze al studeren of werken. Maar daarna houdt het op, zelfs als ze nog thuis wonen en studeren.
Je situatie kan veranderen, en dan moet je dat doorgeven aan de Belastingdienst. Nieuwe partner, verhuizing, ander inkomen, een kind dat 18 wordt – dit soort dingen kunnen je recht op kindgebonden budget beïnvloeden.
Het is verleidelijk om veranderingen niet door te geven, zeker als je vermoedt dat je minder gaat krijgen. Maar dat is niet slim. De Belastingdienst komt er vroeg of laat toch achter, en dan moet je geld terugbetalen. Met rente. En mogelijk een boete.
Dus doe jezelf een lol: geef wijzigingen direct door via MijnToeslagen. Meestal kun je het online regelen, soms moet je bellen. Maar het is altijd beter dan achteraf problemen krijgen.
Het kindgebonden budget kan een flinke financiële steun zijn, vooral in moeilijke tijden. Maar de regels zijn soms ingewikkeld, zeker als je te maken hebt met een scheiding of andere gezinscrises.
Snap je er niet uit? Schaam je niet om hulp te vragen. De Belastingdienst heeft een telefonische helpdesk. Gemeenten hebben vaak een schuldhulpverlening die ook met toeslagen kan helpen. En organisaties zoals Kind in Crisis kunnen je ondersteunen bij alle praktische zaken die bij een gezinscrisis komen kijken.
Het kindgebonden budget is er om je te helpen je kinderen groot te brengen. Zorg dus dat je krijgt waar je recht op hebt. Je kinderen zijn het waard.
